recensie concert 10 april 2009 (Anoniem)

Twee jaar geleden zag ik Bob Dylan voor het eerst live, toen ook al in de Heineken Music Hall. Die twee avonden was ik dermate onder de indruk van de legende in levende lijve, dat ik eigenlijk elke beweging, elke klank en elk voorzichtig danspasje ademloos bewonderde. Nu, twee jaar later, was die eerste schok voorbij, en merkte ik dat ik zijn concert op vrijdag, de eerste in een reeks van drie, meer om de inhoud waardeerde. Want inhoud, die was er.
Over zijn stem valt lang te discussiëren. De bezoekers die na afloop teleurgesteld waren in de verstaanbaarheid van zijn teksten en de herkenbaarheid van de muziek hebben absoluut een punt; ik zou niemand naar de hedendaagse concerten van Dylan sturen als eerste kennismaking met zijn muziek. Hier bedoel ik mee dat je enigszins moet weten waar je aan toe bent als je naar Bob Dylan komt luisteren anno 2009. Toch ben ik blij ook andere reacties gehoord te hebben, die dichter aansloten bij mijn eigen beleving: hij was zo goed bij stem dat hij door ingenieuze verandering van intonatie zelfs het nummer ‘Spirit on the Water’ deed leven als nooit tevoren. ‘Highway 61’ was voor mij het enige nummer waar ik drie regels tekst nodig had voordat ik het kon identificeren; voor de rest was Dylan prima bij stem, en liet hij soms zelfs zijn rauwe stemgeluid in een paar lettergrepen varen voor een diepe, brommende bas, die vanuit de krochten van His Bobness leek te komen. Niet meer dan eens heb ik staan grinniken om de kleine variaties die hij in zijn klank verstopte.
Voor mij zijn het deze details die de avond tot een geweldig succes hebben gemaakt. Het bijna onherkenbare knikje naar de band achter hem, terwijl hij met één hand als frontman op zijn mondharmonica speelt, dat aangeeft het nummer te concluderen: Bob stelde zich op als de stille leider, die de band volledig onder controle had zonder er ook maar een woord tot te richten.
De setlist was, gezien de eerdere optredens van zijn Europese tour, geen grote verrassing. Het eerste hoogtepunt vond ik het magistrale ‘When I Paint my Masterpiece’. Van zijn laatste album waren de beste tracks ‘Workingman’s Blues #2’ en ‘Nettie Moore’, en ik was dan ook blij dat ook deze nummers weer voorbijkwamen. Een primeur in deze tour was het prachtige ‘Boots of Spanish Leather’. Van de andere nummers was de verdeling tussen oud en nieuw werk ongeveer gelijk, waarmee hij een mooie variatie had tussen de aangepaste arrangementen van de oudere nummers en de slechts licht aangepaste versies van zijn nieuwste nummers.
Ik schrijf dit als pure afleiding, besef ik me nu pas. Het is nu zaterdagmiddag, en over een paar uur begint Bob opnieuw te spelen in de Heineken Music Hall, en ik kan er niet bij zijn. Wat teleurgestelde critici ook beweren, ik zou een concert als dat van gister voor geen goud willen missen. Zondag ben ik er dan ook weer gewoon bij, om te genieten van een man die nooit genoeg op zijn waarde geschat kan worden.

Geen opmerkingen: