Dylan kort #261 en Pledging my time

Een korte beschrijving van Fietsen met Bob Dylan van Bill Mensema is hier te vinden.
De Standaard: Wie krijgt morgen de nobelprijs?
Vanavond het derde concert van Dylan's huidige tournee. Zal hij weer het concert openen met Gonna change my way of thinking of zal hij terugvallen op 'oude openers' als Maggie's farm of Leopard-skin pill-box hat? Zal het grote aantal nummers van Together through life een vaste factor van de setlists blijven?
Nu Charlie Sexton terug is in Dylan's tourband kom ik niet los van de ongefundeerde gedachte dat tijdens een van deze concerten Pledging my time weer opduikt. Die gedachte dook een paar weken geleden op in mijn botte kop terwijl ik zat te schrijven aan een stuk, een stuk dat nog steeds niet af is, waar ik al weken niet aan gewerkt heb. Een stuk over Pledging my time. Hierbij plaats ik maar wat ik tot nog toe heb geschreven, verder hieraan schrijven zal er wel niet meer van komen.

Pledging my time


I
I got a poison headache,
But I feel alright.

Zomaar een donderdag, ergens in de eerste week van september, ergens tussen zomer en herfst. In mijn botte kop wil het bonken maar niet stoppen. Het is niet erg, die koppijn, niet oogverblindend of hemeltergend, alleen maar irritant. En die twee bovenstaande regels uit Pledging my time blijven maar door mijn kop zingen, door het gebonk heen dringen. Steeds weer, deze twee regels, niet meer. De laatste keer dat ik Pledging my time hoorde moet gelijk vallen met de laatste keer dat ik Blonde on blonde draaide. Pledging my time is geen song voor verzamelalbums. En op Blonde on blonde valt de song enigszins weg tussen het 'carnaval' van Rainy day women # 12 & 35 & de eeuwige schoonheid van Visions of Johanna. Dylan heeft Pledging my time wel live gespeeld, zoals in Brussel in 1987, maar de song is nooit een vast onderdeel van de setlist geworden, eerder een onverwachte gast.
Dat Pledging my time nooit verder is gekomen dan de status van onverwachte gast, heeft mij altijd verbaasd, de song zou het prima doen als vast onderdeel van de setlist.

Met een beetje fantasie kan ik het zelfs horen als onderdeel van de concerten uit 1966. Het zou perfect passen, ergens in het tweede deel van die concerten, ergens tussen Baby let me follow you down & Just like Tom Thumb's blues, inclusief een aantal stukken op de harmonica, stukken waar Dylan zijn longen op stuk kan blazen, afgewisseld met het venijnige & toch afgemeten gitaarwerk van Robbie Robertson. Het orgel van Garth Hudson wat lager in de mix, voor even, en wat meer ruimte voor de piano van Richard Manuel.
Tegen beter weten in kan ik natuurlijk wel blijven hopen dat in de toekomst nog eens een live-opname - bij voorkeur in perfecte geluidskwaliteit - van een vergeten concert uit april of mei 1966 opduikt, met een stomende, stampende versie van Pledging my time, maar de kans is groter dat ik ooit nog de staatsloterij win, dan dat deze opname opduikt. Beter is het om naar het heden te kijken, dan te blijven navelstaren richting het verleden.
Nu wel zo'n beetje zeker is dat Denny Freeman in Dylan's huidige tourband plaats maakt voor een terugkeer van Charlie Sexton, zie ik wel mogelijkheden voor een terugkeer van Pledging my time op de setlist. Nou maar hopen dat Dylan die mogelijkheden ook ziet.
Nog een maandje wachten voor de nieuwe tour, waarschijnlijk de laatste van 2009, van start gaat, op 5 oktober [inmiddels is een concert toegevoegd op 4 oktober] in Seattle.

II

Een week later, wederom donderdag en ik vraag mij af of Dylan nog wel de longinhoud heeft om Pledging my time live te brengen. Want laat ik eerlijk zijn, Dylan is inmiddels achtenzestig en het bereik van zijn stem is in de laatste jaren nogal achteruit gegaan. Die stem is nog steeds prachtig en zingen kan Dylan nog steeds als de beste, maar die stem is niet meer dezelfde als op 8 maart 1966, toen Dylan Pledging my time voor het album Blonde on blonde opnam. Of die stem van 8 oktober 1987 toen Dylan Pledging my time in Brussel zong.

Maar hierin schuilt nou juist de schoonheid van de fantasie. De gedachte dat Dylan in oktober 2009 Pledging my time zal zingen, ergens op een podium, in Amerika, met de stem waarmee hij nu gezegend is, brengt de fantasie op hol. In mijn achterhoofd hoor ik het hem al zingen, wordt het al ingevuld. Die raspende, rauwe stem, de verhalenverteller anno 2009, van achter zijn toetsenbord:

Well, the room is so stuffy,
I can hardly breathe.
Ev'rybody's gone but me and you
And I can't be the last to leave.

En ergens tussen de laatste twee coupletten gaat hij op zoek, loopt hij te rommelen, en vindt hij de juiste mondharmonica waarop hij lang gerekte noten blaast over het deinende ritme van Pledging my time. Het deinende ritme neergelegd door Tony Garnier op basgitaar, George Recile op drums, Stu Kimball en Charlie Sexton op gitaar en multi-instumentalist Donnie Herron speciaal voor Pledging my time op viool, een slepende melodie toverend.
Een zoekende band - zo vaak hebben ze Pledging my time in de oefenruimte niet gespeeld - die al werkende het ritme vindt.
De fantasie, ik zie ze al voor mij staan op het podium in een hal waar ik nooit zal komen, waar nooit Pledging my time uit de boxen zal knallen.