Street legal door Alja Spaan

Ik vroeg in een eerder bericht om vlammende betogen over de schonheid van Street legal, de eerste staat als reactie bij het oorspronkelijke bericht, de tweede onving ik via de e-mail, van Alja (dank!), zie ook Alja's log hier.
Alja's stuk:


Op zoek, Tom, naar die ontroering en kracht van slechts een * van Dylan’s albums, Street Legal, open ik een nieuw document en wil haar opslaan – kom, denk ik, het kan wel in het mapje van Dylan, het stuk dat ik voor je maakte, dat hele lange stuk dat we plaatsten maar Het Stuk is onvindbaar; wel kom ik downloads tegen van Street Legal dat als enig album in een eng leeg mapje staat.
Toeval, ik geloof heilig in toeval.
Zodra ik dit document benoem en voor de veiligheid zeg ik dan maar ‘voor Tom’ en noem onze achternaam niet, floept het hele document Dylan weer terug. Er is niets kwijt, er lijkt altijd wel wat gevonden te worden als jij me een duwtje geeft :-)

* overigens deel ik je mening over Blood On The Tracks – alleen rijd ik geen auto

***
Street Legal kocht ik voor mezelf toen ik mijn typediploma gehaald had. Ik weet dat ik naar Zaandam moest reizen voor het examen of Krommenie of Assendelft – een plek waar ik niet eerder geweest was en dat een van mijn medestudenten een man had die piloot was. Ik weet dat zij de kursus deed omdat ze zich in zijn afwezigheid verveelde.
Dylan bracht Street Legal in dezelfde maand uit – zomer meen ik, of nazomer van 1978. Ik woonde nog thuis, de enige verandering was die typkursus die ik mezelf niet eens had aanbevolen. Het was mijn moeder die mij motiveerde iets ‘meer’ te gaan doen zodat ik eens betere banen zou kunnen vinden.
Ik werkte bij mijn vader op het boekhoudbureau en verdween tussen de collega’s met man, kind en was. Ik was – volgens mijn moeder – bang voor de enorme computer die er stond (er zou een spin in kunnen zitten) maar werkte getrouw, me als altijd schuldig voelend voor de onvrede naar mijn vader toe.
Ik wilde studeren maar werd tot twee keer toe uitgeloot. In 1976 kwam ik van de middelbare school, de rector zei ‘dat werd tijd’ toen hij mij het diploma gaf, ik draaide wat rond in een mooie rose jurk maar hij had gelijk. Ik werd nu eenmaal vreselijk afgeleid.
1978 werd het jaar waarop ik een baan vond buiten ons dorp, een baan waarin ik mijn voeten op het buro mocht leggen en bij de koffie verhalen hoorde over lust en liefde, ziekte en zeer.

Dylan onderstreepte die verandering – in het eerste nummer meteen al. Ik had immers jaren en jaren gewacht, vast zestien in totaal en nu zou het gebeuren. Wisseling van de wacht. Ik was een ommuurde stelling, ik had uitkijktorens maar onbemand.

Dylan was zeurderig zeker op mijn witte Dual-pickup maar als ik de deur dichtdeed en mijn gammel buroblad naar beneden, kon ik uren schrijven. Mijn moeder moest naar boven klimmen om mij te laten reageren – tegen die tijd zat ik opgekruld op mijn bed en keek naar de kastanjebomen die topzwaar tegen mijn raam leunden.
Het was een kamer met een oranje motiefje, een kant was bespannen met jute – we hadden dat samen gedaan, mamma en ik maar het werd tijd om te verhuizen. Ik moest niet teveel nadenken, ik moest doen.
Ik begreep het nummer van die Pony niet, wel het volgende. Mijn waarheid, zei mijn moeder altijd en hoe ik op het idee kwam dat ik God was. Dat was begonnen in die nieuwe baan waarop ik zomaar andere gewoonten aanleerde – mensen ontmoette die hadden geleerd dat soort onzin uit te kramen en waarom kon ik niet tevreden zijn met Haar aanbod.
Gek genoeg was het juist die welzijnswereld die mij leerde dat ook moeders hun stem hadden, dat vrouwen er iets toe deden, dat problemen uitgesproken moesten worden, dat er licht kon schijnen door een raam, dat schuldgevoel topzwaar was, dat God misschien wel een vrouw was of zwart.
Ik was eindeloos verdrietig door alles dat ik verloor – Dylan troostte zoals F. jaren en jaren later tegen me zei ‘don’t cry, Alja, don’t cry’. F. die me wees (2005) op de schoonheid van het laatste Street Legal nummer – ik zag hem door zijn huis dwalen op zoek naar de vrouw die er niet meer was, de vrouw die hij verloor op een zo gruwelijke en tragische wijze dat er nooit meer een andere vrouw zou kunnen komen. Hij zou altijd haar missen en op zoek zijn naar haar, ik was veel te levend.
Het huiselijk Is Your Love In Vain doet het uitstekend tijdens welke thuiskrisis dan ook – mocht ik aan iemand twijfelen, mocht ik zelf iets meer voelen dan lust, Dylan leert het me meteen af. Heel direkt en duidelijk stelt hij de vragen die elke vrouw (en daarom misschien Tom, vindt jij het niets…) zich vraagt: wat doet hij daar eigenlijk, wat is de rol, wat het gevolg en dan na al die huiselijke mededelingen komt Het Citaat:
Well I've been to the mountain and I've been in the wind,
I've been in and out of happiness.
I have dined with kings, I've been offered wings
And I've never been too impressed.
En Het Citaat slaat helemaal op mij – ik ben overal geweest, ik heb alles gezien, ik heb zoveel meegemaakt, zoveel beleefd, zoveel liefde gehad, gegeven, gevoeld, en toch maakt eigenlijk niets echte indruk. Ik ben zo lauw als God soms waarschuwend stelt in zijn boek en ik zou niet ‘lauw’ moeten zijn, ik zou voortdurend moeten sissen van exploderende warmte.
Boeit Kunst mij echt? Ben ik echt sociaal? Kan ik wel schrijven? Ben ik geen fake? En tegelijkertijd zo geruststellend: wat doet het er überhaupt toe.
Als altijd is Dylan de dichter: hij relativeert – het blijft toch de zoektocht naar de heilige graal, het blijft de jood die zwerft – oké, vooruit dan, ik geef mij gewonnen.

Senor is voor mij dan een zwak nummer – en ook de volgende nummers waardeer ik pas jaren later maar het laatste nummer is (al lang voor F.) een favoriet.
she turns back the page
Of a book that no one can write.
De opsomming, de overweging maar ook de simpele schoonheid van:

She could feel my despair as I climbed up her hair

en dan de ultieme troost
There's a new day at dawn and I've finally arrived.
If I'm there in the morning, baby, you'll know I've survived.
I can't believe it, I can't believe I'm alive

Jaren later schreef ik, bij het aangaan van het atelier en de uiteindelijke losmaking van thuis (hoewel?) mijn kabouterstukken – een verplicht antwoord op een verplichte vraag want reintegratie en onderdeel van het proces, het vruchtloos proces, mij terug te plaatsen in de maatschappij. Ik sluit het stuk * voor je bij – want ook dat laatste nummer van Dylan’s Street Legal zit daarbij en ik hoop
Ik hoop maar weer, lieve Tom, dat dit vurig genoeg is
Dit betoog

* bijlage: Mijn kabouter (de reintegratiecoach was maar een klein mannetje….)
Je kent hier al stukken uit, ik noem het op de log maar ik stuur het je in zijn geheel toe; de streepjes markeren de pagina’s; de Dylan – citaten heb ik niet met bron genoemd:

----

Een nieuw jaar, zeg je

Niet ‘nieuwe kansen, nieuwe rondes’ of nee, dat past bij
Nieuwe lentes, nieuwe geluiden

Gelukkig
Zeg je dat niet



Maar we moeten aan het werk
Je hebt gelijk

Kom op

Werken, Spaan!

---

Plannen concretiseren, zeg jij
Waarom, zeg ik, heb ik nog steeds
Of opnieuw
Last van die dubbele gevoelens?

Ga je huilen? zeg je
Als ik de attributen die op tafel stonden, een doos tissues, terugplaats
Ik zou wel willen, zeg ik
Of
Bijna

---

Waarom ben ik het begonnen? vraag ik je
Maar je weet het niet

Je moet lachen om mijn
‘dekmantel’

Misschien, zeg ik je
Is het een dekmantel voor mijn
Luiheid

Mijn
Valse
Praktijken


Vals?

Het is niet verkeerd, zeg je
Pretentieus te zijn

---

Het was mijn vader die quasi nonchalant en als
Terloops
Zei
Dat het net een museumpje leek

Op een van de wandelingen door mijn huis

Hij liep mijn moeder achterna
Ze wees hem

Op
Mijn
Dingen

Waaraan
Zei ze later
Erger je je het meest?

---

Ik vertel hem dat ik niet tegen mannen kan
Die zeggen
‘het is me overkomen’

Ik vertel hem niet
Dat ik mijn vader haat

Doe ik dat?


Ik houd van mannen die kiezen
Die kunnen kiezen
Die willen kiezen
Ik houd van keuzes
Ik houd van besluiten

Ik houd van duidelijkheid
Ik ben onduidelijk

---

Je bent een oranje stoplicht, schreeuwde hij eens
Je houdt niet eens van jezelf
Hoe kun je van mij houden?

Ik dacht dat ik het kon

Ik dacht dat ik groot was
Maar ik wilde helemaal niet groot zijn

Zeker niet groter

Nu was het maar een klein mannetje

(sorry)

---

Ik open de website
De teller slaat aan

Elke keer als ik terugkeer naar de hoofdpagina
Telt hij opnieuw
Alsof er vele mensen mijn website bezoeken

De deur staat open
Een windvlaag slaat hem dicht

Een mevrouw loopt boos
Tegen het reklamebord aan
Een jongen op skates
Doet hetzelfde

Een hondje
Idem dito

Nog even en hij tilt zijn rechterpoot op

---

Dylan tilde zijn rechtervoet op als hij ‘thank you’ zei
Even denk ik aan mezelf
Ik trek mijn been omhoog als ik nies

Hatsjoe

---

Er is maar weinig kontakt tussen Dylan en het publiek
Er is maar zo zelden

Een lach

Een grimas
Eigenlijk


Geef hem maar
Mijn Nobelprijs voor literatuur

---

Het is de discrepantie tussen

Mijn wereld en de hunne

Mijn zijn en het
Zijne


Ik wilde een statement maken

Ik wilde

Het verhaal van Rita Mae Brown


De post op het nachtkastje nadat mij de wacht was aangezegd
Ik zou sterven, lag in het ziekenhuis, schreef mijn geliefden
De post werkte efficiënt, zei de dienstdoende arts maar ik heb me vergist
U blijft leven
De waarheid met mij
Ik zou nog jaren tobben met dat wat ik geschreven had
In die nacht dat mij
Leven en liefdes waren ontzegd



Een koffer vol brieven
Van mijn moeder
Die
Ooit van een ander had gehouden maar
Niet had gedaan


Nee, nee, nee
Zo moest het niet
Zo zou het niet gaan

---

Weet pappa dat? vraagt de oudste huilend
Ja, pappa weet dat

Waarom wist ik het niet?
Waar was ik toen? vraagt zij


Ik deed mijn keuze gestand
Ik had geleerd te kiezen
Het was een verkeerde keuze

Maar dat bleek pas achteraf
Zoals genade en overwinning pas
Achteraf geschonken worden

Ik schenk het jou

Bijvoorbaat

---

Ik huil

Ik heb een doos tissues nodig

Attributen

---

Ik lees dat het atelier een logisch gevolg is
Maar de logica ontbreekt me

Nu
Hier

Het ging over tijd en beperking
Het ging over de lust
Tot leven
Die arie me noemde

Het ging over

Leven
Me onderscheiden
Overleven

Het ging over

Het gaat over

---

Dit
Ben
Ik

---

Ik loop terug
Zet beneden Dylan zo hard op dat ik hem boven hoor
Vraag mijn jongens of ze veilig
Aangekomen zijn

Ja, mamma, we zijn veilig

Niemand
Is veilig
Wil ik zeggen

Maar ik glimlach

Beide dingen horen ze niet
Zien ze niet
Ze zijn bij hun pappa

Hij belt
Ik kom, zegt hij, ik ben er zo
Maar de jongens zijn al onderweg naar hem
O ja, zegt hij
Even vergeten

---

Weet je nog
Vraag ik hem
Wat je ooit schreef
Mij schreef?

En natuurlijk weet hij het
Dat was toen
Zegt hij
Dat was in
Die
Tijd



Die tijd die van ons was
Die tijd die niemand ons afnam

Linker- of rechterbeen
Thank you

---

Ik zeg tegen mijn reintegratieambtenaar
Die met dat lange haar
En die zwiep naar achteren
Dat ik niets heb aan een wel aardige maar vage man
En ik doel op mijn kabouter

Ik begrijp het, zegt ze

Nu heb ik niets aan haar
En haar soapster-inhoud
Maar zweer bij hem


Ik sta op en vraag
Hoe moet het als ik een baan gevonden heb
En jou niet langer mag gebruiken?
Dat wordt dan iets, zegt hij
In de privé sfeer

Dat dacht ik al
Dat hoopte ik, zeg ik
En ik weet wat dat inhoud

---

Is je hart vrij?
Nee, het is ingedeeld in kleine stukjes
Het is het mozaïek uit mijn ramen
Glas-in-lood, vele kleuren
Het is een groot hart

Blijkbaar

---

Mijn vader noemde het dus een museum(pje)
Mijn moeder zei dat
Wel vaker mensen laat
Debuteerden

Het was niet haar woordkeus, niet haar keus
Sowieso
Maar ze vond dat ik goed kon schrijven
En verwachtte dat ik daarmee iets deed

Dat heb je van mij, zei mijn vader
Zoals de oudste dat van hem heeft en niet van
Haar moeder
Mij


Het gevoel voor taal

Het gevoel voor de
Juiste verhoudingen, pappa

Maar mijn woorden hingen niet in het museum
Ze stonden als voorwoord in het eerste manuscript
Ze waren voor haar
Ze leek de enige die wist waar ik mijn talenten begraven had

---

Het was een zilveren bedelarmbandje en mijn zusje had dezelfde
(hadden wij keuze in de bedels?)

Zij begroef de hare in het zand en vond hem terug
Ik deed hetzelfde maar vond
Niets

Een foto vertoont ons
Wijdbeens
Gravend

Terwijl mijn moeder uit een thermoskan
Limonade schonk
Een koeltas met schelpjes
Een wapperende rok
Handen die
De boel bij elkaar hielden

---

Houdt mij bij elkaar
Graaf mij op
Bedel mij
Vindt mij terug

---

Ik verstop mezelf

Je stelt jezelf ten toon

Je bent zo anders dan vroeger, zegt mijn zusje
Ze verwijt me mijn
Groot ego

Het grote hart
Ziet ze over het hoofd

---

Een vriendin zegt me
Je kunt het wel tentoonstellen

Ze loopt rond en keurt

Hoor ik haar zuchten?

Ik, zegt ze, wil het wel organiseren

En jij kunt bijvoorbeeld
Hapjes maken en iedereen
Binnenhalen


Ze is dwingend
Er zijn maar weinig mensen die haar mogen
Maar ze houdt van mij
En ik bewaar haar
Omdat ze huilt in mijn armen
Omdat ze haar mamma mist
Omdat ze haar man
De keuze
Verwijt

Ik bewaar haar

Ik koester
Verhalen

Ik koester
Mensen

Ik koester

Ik zet mijn deur op een kier en wacht
Tot iemand botst tegen

---

Het mag ook in dichtvorm, zegt mijn kabouter
Mijn coach

Of
Puntsgewijs


Haha

---

Ze is sindsdien nooit meer opgehouden
Staat ergens op mijn website

Waarmee?

Als ik hem vertel wat ik doe
Gedaan heb
Is het meer
Dat wat ik niet gedaan heb
Dat waarmee ik ophield

Geloof in mezelf

Geloof in de ander

Geloof in

Liefde?

Bij het zoeken naar de vader, schreef ik
Verloor ik de zoon

---

Ik begroef hem
Bij die bedels
Bij die armband

Wist niet meer waar

Mamma, hield je je rok
Vast met je handen?
Waaide het zo hard?

---

Mamma, you’ve been on my mind

---

Someday maybe
I’ll remember
To forget


---

Een andere vriendin zei
Ik wil wel een collage
Van je
Kopen dan, he?

En ik zei
Nee, niet kopen
Dat kan niet
Je bent een vriendin


Een som van al deze toevalligheden
Combineerde zich met
Het werkeloos zijn
Het nutteloos zijn
Het thuis zijn
Het aanwezig zijn

De behoefte orde te scheppen in mijn chaos
Terwijl ik het woord toch
En opnieuw
Op mijn muren schilderde
En nee, ik vergat niet het
Anarchistische rondje om de A

---

Op een sombere dag schreef ik
‘Ik ga een galerie beginnen’

Ik zag mijn lief voorovergebogen, het grijze haar in het gezicht
Tekenen aan de zo afgeleefde tafel
Zijn tekens kerven in mijn tafelblad

Ik zag
Mezelf voorover buigen
Borsten tegen zijn rug
Kus in zijn hals



Ik zag
Ons hol
Dat van mij en de kinderen
Gewoon een stukje groter

Ik zag
De deur
Gewoon
Open
Op
Een kiertje


Ik zag
De warmte van
Gelijkgestemden
De herkenning
Heeee
Dat kan ik ook
Dat heb ik ook gedaan
Dat wil ik ook

---

Ik nam mijn kinderen mee naar Rosa’s Cantina
Waar ik waarschijnlijk teveel tequilla’s dronk en teveel geld uitgaf
Zoals gewoonlijk
Waar ik na afloop zwierde over straat en hen allen vasthield
Omdat ik
Zoveel van ze
Hield


Ik smsde waarschijnlijk mijn geliefden
Prettige vakantie of
Prettige voortgang van
Jullie
Stompzinnig, saai leven

Haha

Want ik voelde me
Lekker puh
Zoveel sterker

Ik zou gewoon
Doen

En ik deed

---

Ik schilderde het huis
Opnieuw
Over-de-nieuw

Ik maakte me de ruimtes opnieuw eigen
Een vrijheid die ik me veroorloven kon sinds mijn echtgenoot
Zich de deur liet wijzen

De deur die op een kier stond
Weet je nog?



Ik schilderde en deelde in
De kinderen waren blij met mijn gefluit
Aktie
Lust
Tot


Ik leerde ze immers
Hoe te overleven

---

De eerste en ergste twijfel kwam pas later
Mijn flyer was verstuurd en de familie had commentaar

Hij niet
En hij niet

De een was trots omdat ik zo sterk was
Hij bedoelde
Wat fijn dat je niet bij mijn afwijzing jezelf hebt opgeknoopt
Maar iets nieuws bent begonnen
Maar zijn tekst ergerde me
Ik was niet iets nieuws
Ik ging gewoon verder


Het was een maandag die volgde na
Een zondag

De ander was blij omdat ik
Afleiding had gezocht

De ander was dankbaar omdat ik
Hem niet gebruikte voor

De een was geschrokken
Ik was niet zoals zij gedacht had

Blijf maar waar je bent
Ik had je zo goed begraven
Waarom heb je al die hopen zand
Weer losgewroet?

---

Er stond geen kruisje bij
Niet dat houten kruis bij zijn resten
Zijn schuldgevoel
Zijn eergevoel
Zijn ontrouw


Jezus is wel
Vrouwelijk

Beweer ik

Kijk, zeg ik
En wijs hem de collage aan die ik tijdens hem maakte
Allemaal vrouwelijke mannen

Pff, denkt hij en
Laatdunkend
Potsierlijk
Hurkt hij

---

Je moet commercieel denken, zegt mijn broertje
Als ik hem mijn plannen vertel
Hij is tenslotte mijn financieel adviseur

Voor het eerst is hij niet alleen negatief

Hoe zelden zijn wij enthousiast

Als ik open, is hij op vakantie
Het spijt me
Ik wil hem laten zien hoe ik rond wervel
En iedereen voorzie van

Hapjes
Drank
Gespreksstof

Twijfels
Blijkbaar


Ik wist niet
Zegt de een
Dat je zo kreatief was

Ik wist niet
Zegt de ander
Dat je dacht dat je beter bent dan
Een van ons

(geen haar)

Ik wist niet
Zegt de een
Dat je

Heelde
Wat voorheen
Kapot
Was?

Of
Groef
Naar wat
Begraven was?

---

Het is een statement, zegt mijn ex
Het is
In jaren
De beste keuze
Van je



Ik zie hoe hij glimt van trots
Als we na afloop van de opening als gezin bij elkaar zitten
De vrienden van de kinderen
De kinderen
Wij zelf

Mijn ouders hebben hem niet herkend

Hij plakt de letters
Atelier 9en40
Zorgvuldig en afgemeten
Op mijn ramen


Zijn ramen
Eens

Het uitzicht was te
Beperkt

---

Ik doodde zijn kreativiteit
Meende hij
Zij niet

---

Zeven brieven van liefde schreef ik hem
Ze lagen verkrampt aan mijn zijde
Bloeddoortrokken

---

Ik hoopte, zei ik hem
Dat ik vondelinge was
Dat alsnog dat schitterende verhaal
Van kwijt zijn en
Gevonden worden
Verteld zou worden

Het was de goede smoes
Het ultieme excuus

Ik was
Niet zoals zij

Zijn

---

Mijn vader zei dat ik
Alle bankgebouwen en scholen in dit land
Wel van kunst kon voorzien

Mijn moeder zei
Doe niet zo belachelijk
En
Dat wil ze helemaal niet


De tekst van de flyer sloeg een breuk in
Een blijkbaar wankele emotionele band
Niet die tussen haar en mij
Wel die tussen mijn zusje en mij
Mijn broertjes en mij

Benadrukte mijn
Keuze

Benadrukte mijn
Kleine-zusje-zijn


Ik hoorde haar gillen
Sloot mijn deur


Ik had alle kunst van de muur kunnen halen
En nooit meer wat gemaakt

Een brandstapel
Een botte bijl

Scherven
In de achtertuin

Mozaïek van
Niet alleen maar woorden

---

Hoe gaat het? vraagt ze maanden later
Heb je al verkocht?

Met wie ga je samenwerken? vraagt ze later
Wie wil er bij je exposeren?

Ik nodig haar en haar kleiwerken uit
O nee, zegt ze beslist


Waarom doe je dit? bedoelt ze
Zoals ze mijn haarkleuren hekelt terwijl ze niet weet
Meer
Hoe blond geel was
Of hoe stroperig lang mijn haren
Tot over mijn borsten hingen


Waarom doe je dat? bedoelt ze
Zoals ze mijn voorkeuren hekelt terwijl ze haar eigen hart
Afbakent tot het veilig en klein
Nauwelijks meer klopt


Er zijn andere schatbewakers tegenwoordig
Wil ik zeggen
Maar ik zeg
Niets

---

Is het alleen een ruimte voor jezelf? vraagt mijn coach
En nee, het is niet verkeerd pretentieus te zijn


Ik huil bijna als ik hem verlaat
Ook zonder doos tissues

Maar ik huilde al bijna toen ik hem bezocht
Voordat ik binnenkwam
Mijn fiets op slot zette
Mijn tas van mijn schouder tilde
Mijn jas opende
Mijn schouder ontblootte

Hij kijkt naar dat stukje bloot
Ik weet het

---

Dat stukje bloot hangt hier
Binnen vier muren
De deur op een kier

---

Dat is het Atelier

Het is het stukje bloot

Ik ben het

Niemand anders

Geen haar beter

---

Sorry
Sms ik hem

Sorry
Omdat ik dronken werd van je wijn

Sorry
Omdat ik
Verlang naar
Je

---

Het zal niet literair zijn, zeg ik hem
Misschien beloof ik het zelfs

Maar ik kan niet anders
Ik kan niet beter


Mijn woorden zijn mijn daden
En ik ben niet anders dan die
Die ik schrijf


Ik trek door het land en verdien mijn brood
Met woorden
Af en toe kom ik bij je terug
Je streelt mijn gezicht en telt de rimpels
De reizen die ik maakte
De verhalen die ik verzamelde

Kom, zeg je

De deur staat op een kier

---

Ik erger me, lieve mamma
Aan de reizen die hij nooit maakte
Aan de autorit in de citroen die
Eindigde langs de weg van parijs
Maar niet vervolgd werd
En zijn zuchten daarna

Hij, zei hij, hield zo van reizen

Ik erger me, lieve mamma
Aan jouw koelheid die alles onmogelijk maakte
Jouw ‘maar’ dat altijd volgde aan het eind van
Elke zin

Ik erger me, lieve moeder
Aan de oorlog tussen boven
En beneden
En mezelf, als kind luisterend aan het trapsgat

Ik erger me
En ik hekel
Zijn gebrek aan
Besluitvorming

Ik erger me
Aan zijn inhoudsloos compliment
Zijn gebrek aan inzicht
Zijn schuldgevoel, zijn dromen
Zijn pathos
Zijn grootte
Zijn zwakheid
Zijn hulpeloosheid

Zijn schreeuw door het behang

Ik erger me
Aan het respekt dat hij voor je voelt, het medelijden
Het gebrek aan liefde

Ik erger me niet
Ik haat

Het is gegroeid
Van kwaad tot erger

---

Ik weet het, zegt ze

Is het een bevrijdingsfeestje? vraagt ze bij ons eerste feest
Ze zit op de zachte bank en laat zich omringen
Vrienden, minnaars, kennissen, collega’s
Familie, zijdelings
Blindelings
Ruggelings

Misschien wel, zeg ik haar
Het is ons eerste feest
Het zou niet het laatste feest zijn

Ik ben alleen
Mijn kinderen gedijen in mijn chaos

Mijn muren zijn overgeschilderd
Ik heb hem alles geschonken wat mij
Belemmerde
In mijn uitzicht

Ik heb alle deuren geopend
En van een kier voorzien

Ik heb alles tot leven geroepen
Wat dood was
En begraven

Daar loopt hij en hij
Kijk, mamma, van hem houd ik het meest

(ze gniffelt en zegt dat ze ook
altijd zo gecharmeerd was van
bruin en krullen enzo)

Kijk, mamma, van hem houd ik het meest

Ik ook, zegt ze
Hij was mijn vader en de liefste man die ik kende

---

Je denkt nooit na, schreeuwt hij
Je doet maar

Iedereen doet maar

Stel jezelf nu eens een plan
Doel, focus, resultaat
En leef er naar


Ik knikte
Ik maakte zijn riem los
Wat doe je? vroeg hij

Te laat, te laat
Liefste, ik ben nooit opgehouden met van je te houden

Maar een doel
Focus
Resultaat
Heb ik nooit gekend
Heb ik nooit
Nageleefd


Laat me met rust
Gilt hij

Ik ken het gegil van vrouwen
Ik ken hoge stemmen
Maar hij vond zijn stem altijd al
Te hoog
Hij had liever iets willen hebben
Dat beter paste bij al dat haar
Al die mannelijkheid
Al dat doelgerichte
Planmatig
Handelen
Al dat schreeuwen
Al dat

Ai, al die
Liefde

---

Als liefde die oerkracht is, waar blijf je dan?

Waarom aarzel je dan?

Waarom gil je dan?

---

Doe iets met je woorden, zegt hij
Doe meer dan dit

Doe meer dan
Mij verwonden


Oke
Ik doe

---

Ik heb niet gezegd, zegt mijn jongste
Wat je doet
Want je verdient niets, dus

---

Ik moet doen wat ik moet doen, zei hij
Ik volg de weg van het licht
Zij is het licht


Ga maar, zei ik
Word gelukkig


Ik ben gelukkig, zei hij

Niet
Dank je wel
Of
Stap uit mijn schaduw
Of
Koop een nieuwe batterij
Of
Start een atelier
Of
Schrijf


Mij

---

Zeven brieven van liefde waren niet genoeg
En ze waren bloeddoordrenkt
Vergeet dat niet

---

Ik weet niet, zei ik jaren later
Wat hij het mooist vindt
Toen hij mij een opdracht gaf
Tot het maken van een collage


Ik plakte vrouwen aan elkaar
Vruchten en kleuren

Hij was er stil van

Hij hing hem
Op de lichtste plek in huis

Ik heb haar
Eindelijk aan de muur
Zou hij de kinderen zeggen
En hij lachte

Het is een manier
Om mij te bedwingen
Te houden
Waar je me hebben wilt


Onder een hoopje zand
Bijvoorbeeld

---

Het is mijn

Het is mijn gezwoeg
’s Avonds laat terwijl de ouders ruziën

Het is mijn heimelijk genoegen
Terwijl ik Dylan luister op mijn Dual-pickup

Ik verlies bijna mijn evenwicht in het trapsgat


Het is mijn geplooi
Mijn laag op laag
Mijn stof op stof
(zult gij weerkeren)

Ik wacht op zijn terugkeer
Maar hij oefent op het toneel
Heeft zijn hoed opgezet en is
Langs mijn grachtenrand verdwenen

Ik wacht op mijn minnaar
Maar het is nog te vroeg

De poes ligt op tafel
Languit over de draden van
Al dat wat ik bij elkaar moet houden
Wil houden


Mijn moeder belt
En laat de stiltes vallen tussen haar en hem
Hier en nu

Het is mijn inschikkelijkheid
Daar waar de stof soms nog aarzelt
Het papier soms nog scheurt
De lijm soms nog
Loslaat

---

Laat mij niet los

Wil ik dat zeggen?

Herken mij

Wil ik dat vragen?

De wind strijkt door de deur
Langs de muren

De kat maakt een dikke staart

Ik steek mijn middelvinger op

Behoud ons
Bid ik
Behoed ons
En ik noem allereerst
Hun namen
Dan pas
De mijne

---

Het werk onzer handen
Het werk onzer vaderen

---

De deur valt dicht

Een lijst valt van de muur

Het gerinkel van glas

Ik hoor
Gegil
Ik val
In het trapsgat

Ik ben
Een ander


I fought with my twin
The enemy within

Maar ook

A pathway that leads up to the stars

Maar ook

If you don’t believe there is a price
For this sweet paradise
Remind me to
Show you the scars

Geen opmerkingen: